Belgische ‘Queens’ van Mechelen

Reportage
29 dec 2020
Door Horseman Kristof

Horseman laat de laatste dagen van dit ‘fantastische’ jaar niet zomaar voorbij gaan. We trekken elke nog resterende dag van het gezegende jaar 2020 naar de Dijlestad. Blikken terug op geweldige prestaties en kaarten na over Vlaanderen’s mooiste, al veertig jaar een monument op de hippische kalender. Naar Jumping Mechelen alstublieft!  … Hippisch fotograaf Dirk Caremans vergezeld ons op de nostalgische tocht. Kan niet mis gaan dan.

Dat Annick Bijloos de allereerste Belgische ‘koningin van Jumping Mechelen’ was, dat had u als aandachtige Horseman-volger al gelezen in het eerste deel van deze reeks. Annick won in 1990 met Adora. Straf paard. Straffe amazone. Straffe madam die Annick. Lees het stuk gerust nog eens na mocht u het toch gemist hebben.

Drie jaar later kroont Eva Van Paeschen zich tot ‘Queen’ als een uitverkochte hal ziet hoe de zus van Stanny naar winst rijdt met haar Malesan Irko Polo. Geen kroon wel een beker neemt ze mee naar huis. Best een uitzonderlijke prestatie van de talentvolle amazone want na Eva is het lang wachten op de intrede van een nieuwe Belgische ‘Queen’. Acht jaar maar liefst.

Want daar is de Britse ‘Queen’ Marie Edgar weer. Nog eergieriger dan haar moeder Liz die Marie Edgar. Opnieuw gekroond. Derde keer ondertussen. Vijf keer prijs voor de Edgar-dynastie.  Marvelous! Moeder Liz. Queen van Mechelen in 1988 en 1987, had haar al liefdevol de titel doorgegeven in ’89. In ’92 was er na een Zwitsers intermezzo in 91’ opnieuw plaats voor Marie op de hoogste troon. Niet de laatste keer overigens. Marie zou haar kunststukje ook nog is herhalen in 1994.

In 1995 klinkt het Zwitsers volkslied voor Lesley Mc Naught. Het Wilhelmus schalt in ’96 door de Nekkerhal voor de zege van Carry Huis In’t Veld. En dan komt de ‘Queen der Mechelse Queens’ op de erelijsten. De Deense Tina Lund.  In totaal vier keer ‘Queen’. Zus Charlotte voegt er in ’99 en 2000 nog twee zeges aan toe. De Ierse Marion Hugues kwam er nog even tussen gefietst. 

Het is dan al 2001 en daar is eindelijk Evelyne Blaton! Een nieuwe Belgische ‘Queen’ op de erelijst van Jumping Mechelen. Flinstone, haar koninklijke springer, springt met adellijke flair en gratie over de door Lucien Somers neergepote kastelen. Aan het eind van de barrage waant hij zich de koning als daar in de prijsuitreiking een mand vol verse wortelen opduikt.

Twaalfde in de individuele finale van de Olympische Spelen van Barcelona. Altijd stijlvol met haar Careful (v Calando I). Herinneringen uit een ver Eurosport-verleden. Grote naam tussen grote namen. Misschien wel de meest stijlvolle ‘Queen’ aller ‘queens’ en nog steeds actief en gedreven in het zadel, internationale hoogtes en parcoursen trotserend. Respect Evelyne! Grande Dame de nôtre sport Equestre!

In 2006 springt Cindy Van Der Straten en haar Melodie des Rottes (v. Leonardo I) naar winst in de Queens Cup. Opnieuw davert de Nekkerhal. Queen, al is het dan van Mechelen, word je niet elke dag. Vraag dat maar aan Margaretha van Oostenrijk. Landvoogdes van de Nederlanden in de zestiende eeuw … dat komt aardig in de buurt van het takenpakket van een Mechelse Koningin.

Twee jaar later, het gaat crescendo nu met de Belgische dames, is er winst voor Julie-Pascale Ruant en haar Picobello Talent (v. Majoor de la Cour). Alles vervat in een naam. De familie Ruant uit het West-Vlaamse Hooglede weet de namen van de toppaarden wel te kiezen die ten huize Ruant worden geboren. Hoe ze zo’n toppaarden moeten fokken en opleiden, daar hebben ze overigens ook talent voor. Picobello gedaan!

Het jaar nadien, het is ondertussen al 2009, rijdt Catherine Van Roosbroeck met Castelo Branco als ‘Queen’ de Nekkerhal uit. Meer en nog grotere internationale avonturen tegemoet. Papa Maurice heeft de nazaat van Orlando zelf gefokt. Bij de zevenjarigen paarden werden Catherine en Castelo Branco Belgisch Kampioen. Dat zijn mooie adelbrieven voor de combinatie. Mechelen heeft een mooie ‘Queen’ in 2009. Zoveel is zeker. 

Annelies Vorsselmans is nog zo een mooie naam tussen de Belgische ‘Queens’. Osaka, haar bruine merrie van Washington, geeft zowaar presidentiële allures aan de winst van Annelies in 2013. Osaka en Obama, het rijmt. Van Mechelen tot Washington. Dit was toen haar reactie: ‘Iedere amazone droomt ervan om op de Kerstjumping ooit de Queens Cup te kunnen winnen. Vorig jaar was ik er met een tweede plaats al dichtbij, maar nu ben ik erg blij dat het mij gelukt is. Het was weer nipt. 25 honderdsten sneller van Edwina Tops-Alexander. Fantastisch.”

De laatste Belgische ‘Queen’ in de geschiedenis van de Mechelse Queens Cup is de piepjonge Elisa Strubbe. Als prinses naar Mechelen gekomen en als ‘Queen’ naar Brugge teruggekeerd. Ze wint in 2016 met Gladiator van ’t paradijs (v. Shindler de Muze), na vijf maanden van revalidatie na een kaakoperatie met complicaties. En dat in een sterk deelnemersveld. Koninklijk Elisa!

Omdat het oog ook wat wil laten we met plezier de beelden spreken deze keer. Dat hoort bij al die royalties. Proficiat Annick, Eva, Evelyn, Cindy, Julie-Pascale, Catherine, Annelies en Elisa!














Bron: 
Tekst Kris Van Steen