Horseman op bezoek bij Hengstenhouderij Dekens: "Frans bloed heeft een streepje voor" (Deel 2)

Reportage
15 mei 2020
Door Horseman Arnout

In deze wedstrijdvrije periode halen we de reeks "Horseman op bezoek bij ..." nog eens uit het archief. Vandaag brengen we deel twee van ons bezoek in maart 2017 aan hengstenhouderij Dekens.

Gisteren kon u hier al lezen over het ontstaan van hengstenhouderij Dekens en welke principes Erik en Frederik hanteren in het uitbaten van hun dekstation. Deze week vertellen beide heren wat hun catalogus aanbiedt en waar ze naar kijken bij de aankoop van een hengst.

“Als we zouden willen, konden hier nog wel meer hengsten terecht. Helaas hebben we daar nog de capaciteit nog de tijd voor om een dergelijk groot station te beheren. Daarom kiezen we er bewust voor om kleinschalig te blijven. Op die manier kunnen we kwaliteit garanderen”, benadrukt Erik Dekens nogmaals.

Chaiton en Kato

Die kwaliteit zit dan vooral in de jonge hengsten: “Zo hebben we dus dit jaar Chaiton F Z (v. Clinton). Die hengst hebben we gekocht heel laat op het jaar. Fokker Dirk De Vidts van fokkerij Fernantes, had mij al een paar keer aangesproken en gezegd dat hij een goeie jonge hengst had staan. We zijn daar toen niet op ingegaan, maar goed, dat was wat in mijn hoofd blijven spelen en op een blauwe maandag ben ik er dan toch naartoe gereden. Daar heb ik Chaiton dan voor de eerste keer zien springen en ik was meteen verliefd. We hebben de hengst vervolgens gekocht, maar je moet natuurlijk weten, het was al laat op het jaar, hij was niet keuringsklaar. Het was misschien niet ons beste idee, maar we hebben hem dan toch aangeboden op de sBs-keuring. Hoewel ik hem ‘keurbaar’ vond, hebben ze hem toen niet aanvaard. Omdat wij wel echt in de hengst geloofden, hebben we hem toe AES laten keuren. Met succes overigens, want hij heeft vorig jaar al om en bij de veertig merries gedekt. Het gaat dan louter om fokkers uit de buurt die de hengst al gezien hadden en die eveneens onder de indruk waren. Tot nu toe valt hij onder het zadel ook erg mee, dus hopelijk kan hij uitgroeien tot een echt toppaard.”

Hoge verwachtingen dus voor Chaiton, maar er zijn nog andere talenten die in Kester staan te trappelen om door te breken: “Kato T Z (v. Kannan) is een persoonlijke favoriet van mij. Dat voornamelijk omdat er Laudanum xx in zijn pedigree zit. Laudanum was een volbloed die veel springkwaliteit, hardheid en instelling bijbracht en dat zie ik ook terug in Kato. Daarnaast komt hij ook uit een heel fijne stam. Zijn moederlijn gaat helemaal terug op Biche de Thurin, destijds naar België gebracht door José Temmerman, eveneens de fokker en eigenaar van Kato. Het is de moederlijn van onder andere ook Myra (v. Voltaire) van Lieven Devos. Hij is misschien iets minder hengst dan bijvoorbeeld Chaiton, maar hij heeft een topinstelling en is heel handig op de sprong. Ook bij het BWP zagen ze er toch iets in, want op de keuring werd hij meteen aanvaard. Ook hij heeft vorig jaar iets van een veertig merries gedekt, vooral dan door zijn goede prestaties in de hengstencompetitie bij de vierjarigen, waar hij ex-aequo winnaar was. Het is wel een vaststelling dat ik fan ben van een scheutje Frans bloed in de pedigree, al is dat misschien een beetje achterhaald. Tegenwoordig wordt alles met alles gekruist.”

Heden en verleden

Erik Dekens moet niet diep in zijn geheugen graven als hij opsomt wat er allemaal al is gepasseerd en wat er nog allemaal zit aan te komen: “Je hebt natuurlijk de oude Eros Platière die nog steeds beschikbaar is voor de fokkerij, maar daarnaast ook nog een aantal pas driejarige hengsten die hier staan voor eigenaars, waaronder Iago des Peupliers (v. Vigo d’Arsouilles) en vele anderen. Die hengsten zijn door ons zijn voorbereid voor de keuring, maar we niet weten of ze hier zullen blijven of door de eigenaar zullen verkocht worden. Als ik even terugga in de tijd, dan heeft bijvoorbeeld For Passion d’Ive Z (v. For Pleasure) hier gestaan, maar ook I Am Moerhoeve’s Star (v. Kashmir van Schuttershof), die nu bij Jos Lansink staat.”

Bewezen merries

Naast het hengstenhouden, zijn Erik en Frederik natuurlijk ook zelf gepassioneerde fokkers, als de tijd het toelaat tenminste. Erik vertelt: “Jaarlijks fokken we toch een twee tot zes veulens, al zijn er jaren geweest waarin we er geen hadden. Vooral omdat we ook geen plaats hebben om zelf veel paarden de plaatsen, hier staan immers ook veel paarden van eigenaars. De laatste jaren proberen we echter toch om elk jaar iets te fokken, zo goed als altijd afstammend van eigen hengsten. Voor de moeders, kiezen we toch voor merries die onder Frederik de klasse Zwaar in LRV gelopen en gewonnen hebben, bijvoorbeeld Ursa Minor Birdavenue (v. Burggraaf) of Narcotique des Monts (v. Flipper d’Elle). Een paard dat we zelf gefokt hebben en een uitzondering is op de regel dat we normaal enkel dekken met eigen hengsten is Gursa van den Dael (v. Chacco-Blue). Zij is er echter gekomen nadat ik als wederdienst van Paul Schockemöhle een zestigtal rietjes van de toen nog jonge Chacco-Blue had gekregen.”

De vraag of er kans is op uitbreiding naar de toekomst toe, wordt op een glimlach onthaald: “Waarschijnlijk niet. Het is altijd afwachten wat de toekomst brengt, maar op dit moment is het net genoeg om het met ons tweeën te kunnen bolwerken. Je moet rekenen, ook hooi en dergelijke verbouwen we allemaal zelf. Enkel het stro wordt aangekocht. Dus voorlopig blijft het zoals het is.”